Vieze vingers
Volkswagen presenteert met het interieur van de Golf VI een afwerking en een materiaalgebruik, waar slechts weinig concurrenten tegenop kunnen. Overal waar je kijkt en voelt zijn er fraaie en zachte materialen, die we eerder bij duurdere en hoger geklasseerde auto’s gewend zijn tegen te komen. De vormgeving van het dashboard is ten opzichte van de Golf V helemaal nieuw. De twee meters in Alfa Romeo-achtige kokers zijn iets teveel van het goede en ook het middenconsole dat met de twee luchtroosters bovenin als een puist het interieur insteekt maakt het interieur qua opzet niet echt harmonisch. Het interieur geeft echter wel dat bekende gevoel van ‘feel good’, dat de Golf kenmerkt. Stap in en het voelt direct vertrouwd aan. Het is een ambiance die volledig subjectief is, maar door Volkswagen als een onbetaalbaar marketingaspect moet worden gezien.
De stoelen van de Golf zijn zoals we van Volkswagen verwachten: vrij hard en lekker stevig. De sportstoelen bieden veel steun en een geborgen gevoel: wel zijn ze vrij smal en dat zorgt ervoor dat sommige mensen de wangen van de stoel in hun lichaam gedrukt krijgen. Gelukkig is het ruimteaanbod wel prima voor elkaar. Zowel voor- als achterin hebben mensen met een normale lengte geen probleem om zichzelf comfortabel kwijt te kunnen. Opvallend is vooral de flinke hoofdruimte achterin. Ook biedt de Golf een voldoende ruime kofferbak, die zich laat openen door het als greep verklede logo. Het gevolg hiervan is dat je vieze vingers krijgt, want de achterzijde is een verzamelplaats voor vuil. Om dit te voorkomen moet je de kofferklep ook met een flinke ruk dichttrekken, anders moet je de klep met de hand doordrukken en ook dat zorgt weer voor smerige handen: een misser.
Error loading images. One or more images were not found.